heit&mem

Dyslexie: een onzichtbare handicap

Kinderen en volwassenen met dyslexie hebben problemen met lezen en schrijven. Dat is lastig in deze moderne wereld waarin veel draait om geschreven taal. Scholen zijn tegenwoordig steeds alerter, maar ondanks extra begeleiding blijft dyslexie als onzichtbare handicap aanwezig. ‘Taal blijft chaos voor deze kinderen. Het is belangrijk om energie te steken in de andere talenten die een kind heeft.’

Aukje Mulder 10 juli 2019

Greetje Kwik en haar man hadden al snel het gevoel dat hun zoontje Evert Jesse (nu 11) zich anders ontwikkelde dan zijn drie jaar oudere zus. Vooral het leren praten ging moeizaam. ‘Aan zijn kennis van woorden lag het niet, maar hij sprak slordig. Toen hij vier was, gingen we met hem naar een logopediste en dankzij haar hulp werd het spreken duidelijker. Op school had hij moeite met leren schrijven’, vertelt Greetje.

Evert Jesse kreeg extra begeleiding bij lezen en schrijven maar raakte toch steeds verder achterop bij zijn klasgenoten. ‘We oefenden thuis ook met hem. Maar lezen interesseerde hem niet. Logisch, want het kostte hem veel energie. We merkten dat Evert Jesse niet meer lekker in zijn vel zat. Hij kreeg een kort lontje en op school was hij brutaal. Toen de school vorig jaar voorstelde om hem te laten testen, konden we alleen maar zeggen: ja, graag.’

 

‘Taal is chaos voor deze kinderen’

Concentreren

Uit de test bleek dat Evert Jesse een zware vorm van dyslexie heeft. Veel dingen vielen op hun plek: de moeite met concentreren omdat hij al snel het overzicht kwijtraakte bij geschreven opdrachten. Het vastlopen in rekenen door de inleidende verhaaltjes bij de sommen. En omdat hij niet mee kon komen met de andere kinderen, had Evert Jesse last van faalangst.

‘Toen we  hem uitlegden wat er aan de hand was, vond hij het natuurlijk heel vervelend, je wilt als kind niet anders zijn dan de rest. Maar we konden hem ook vertellen dat hij er echt niks aan kan doen. Daarna was de druk van de ketel. Zijn gedrag veranderde 180 graden en hij kreeg het plezier in school terug. Hij weet dat hij extra energie in het lezen moet stoppen en hij is iets vooruitgegaan. Toch ligt zijn niveau nog steeds twee jaar onder dat van zijn groep. Hij zal altijd problemen met taal blijven houden. Maar dat hij weer goed in zijn vel zit, is ons veel waard.’

Hersenen

Else van der Greft is Intern Begeleider op ’t Holdersnest in Harkema, de school van Evert Jesse. ‘Dyslexie heeft te maken met de verwerking van taal in de hersenen. Bij dyslecten werken de linker- en rechterhelft niet goed samen. Meestal komen de eerste problemen in groep 3 aan het licht, bij het lezen en schrijven van letters en woordjes. Dyslectische kinderen struikelen over combinaties van letters en woorden, vooral als ze niet in een logisch verband staan.

Als je denkt dat er iets aan de hand is, kan een testje met onzinwoorden al aanwijzingen geven. Een kind zonder dyslectische problemen kan onzinwoorden als ‘brool’, ‘vakel’ of ‘stiezen’ gewoon lezen – een dyslectisch kind kan dat niet. Qua spelling is de Nederlandse taal  heel moeilijk. Wanneer een lange ij en wanneer een korte? Au of ou, v of f … Een dyslectische leerling heeft moeite met automatiseren en zal dit soort dingen dus steeds weer fout doen. Drammen heeft geen zin. Voor een dyslect blijft taal een chaos.

Test

Op veel scholen ligt tegenwoordig een dyslexie-protocol, weet Else. ‘Er kan extra hulp gegeven worden en er wordt een speciaal dossier bijgehouden. Als je alles uit de kast hebt gehaald en de problemen blijven bestaan, kan een test worden aangevraagd bij het Cedin, een organisatie voor educatieve dienstverlening. Met een officiële dyslexie-verklaring krijgt een kind extra tijd bij toetsen of via de computer voorgelezen opdrachten. Dit is belangrijk omdat een dyslectische leerling meestal concentratieproblemen heeft. Het lezen van een paar opdrachten kan hem al zó vermoeien, dat de rest van de stof niet meer binnenkomt.’

Dyslexie gaat nooit over, zegt Else. ‘Dus ook op het voortgezet onderwijs is extra aandacht vereist. Helaas is ons onderwijs (nog) niet op dyslecten ingericht, want veel materiaal wordt op schrift aangeboden. Gelukkig hebben dyslectische mensen vaak andere talenten. Einstein was dyslect, evenals Jan des Bouvrie, om maar een paar voorbeelden te noemen. Met creativiteit is veel te compenseren. Ik adviseer ouders dan ook altijd om bij hun kind in te zetten op zijn andere talenten.’

Tips van Else van der Greft:

– Als dyslexie in de familie voorkomt, houd het kind dan goed in de gaten wat betreft zijn spraak-taalontwikkeling.
Iedere dag thuis tien minuten lezen is voldoende. Belast deze kinderen niet te zwaar want school vergt al zoveel van hun energie.
– Ga niet op eigen houtje aan de slag met het aanvragen van testen, doe dit altijd in overleg met school.
– Met een gebroken been kun je geen sprintje trekken. Met dyslexie ben je slecht in taal en dat is net zo erg. Alleen: niemand ziet deze handicap. Heb daarom begrip voor het kind – ook om faalangst te voorkomen.

Een boek waar ouders iets aan kunnen hebben is ‘Dyslexie en touwtje springen

Uit: heit&mem nr. 2 – 2010

Op de hichte bliuwe fan heit&mem? Meld dy oan:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.