heit&mem

HELP, mijn kind eet niet!

Eetproblemen komen bij jonge kinderen vaak voor. Ontstoken keeltje, koorts van het zoveelste virusje: dat bevordert de eetlust niet. Maar acht van de tien keer is er iets anders aan de hand. Dan is het niet-eten een reactie van het kind op zijn omgeving. Kleine aanpassingen in uw (en zijn) gedrag kunnen al helpen.

Dieuwke van der Meer 24 februari 2017

Niet-eetgedrag

Oefent uw peuter ook zijn fijne motoriek door met zijn lepel afwisselend de poes en de lamp in te smeren met aardappelpuree? Leeft hij voor uw gevoel soms ook dagenlang op één bruine boon en drie kruimeltjes rijstwafel? En wordt u daar soms knap zenuwachtig van? U bent niet de enige. Veel peuters drijven hun ouders tot wanhoop met hun niet-eetgedrag. Sommige ouders roepen de hulp in van een pedagoog die kijkt hoe ouders en hun kind met elkaar omgaan. Dan blijkt vaak dat het eetprobleem terug te voeren is op de wisselwerking tussen ouders en kind. Normaal Heleen Sieders, pedagoge bij Thuiszorg Zuidwest Friesland: “Wij zien veel jonge ouders die zich onnodig ongerust maken. Een peuter heeft veel minder eten nodig dan een baby, want hij groeit lichamelijk veel minder snel. Daar vergissen veel mensen zich in. Voor een peuter is het normaal dat hij een tijdlang slecht eet.”

 

Boekentip: Kleine eters – Peuters en kleuters met eetproblemen

 

Nieuwe mogelijkheden

Samen met haar collega pedagoge Inge Bakker helpt zij ouders om hun kinderen met eetproblemen ander gedrag aan te leren. Heleen: “Wij stimuleren ouders om nieuwe mogelijkheden te vinden. Vaak zijn ze hun gevoel voor humor onderweg een beetje kwijtgeraakt en kunnen ze geen creatieve oplossing meer verzinnen. Tijdens een intakegesprek kijken we eerst goed naar het kind: kauwt het goed? Kan hij goed slikken? Zijn keel, neus en oren niet ontstoken? Daarna komen we eens mee-eten om te observeren hoe de maaltijd verloopt. Als ouders dat willen, nemen we alles op op video. Soms ontdekken we dat de ouders zelf vrijwel niets eten. Het kind imiteert dat. Of je ziet dat twee kinderen elkaar voortdurend afleiden. Een andere tafelschikking kan dan al wonderen doen.”

Koppigheidsfase

Veel eetproblemen hebben ermee te maken dat een peuter nu eenmaal een peuter is, en dus een (lange) ‘koppigheidsfase’ heeft. Wanneer hij deze koppigheid toepast op het eten, ontstaat er rondom het eten gemakkelijk een machtsstrijd. Die je altijd verliest als ouder, want bij een kind dat de kaken stijf op elkaar houdt krijg je zonder geweld geen eten naar binnen. Wat dan?

Sfeer

Heleen: “Wat zeker niet helpt, is straffen. Een kind is baas in eigen lijf, dus dwingen is uit den boze. Wat als ze jou zouden dwingen koffie te drinken, terwijl je dat niet lust? Ik zou zeggen: sta toe dat ze één ding niet lusten. Laat ze van al het andere tenminste één hapje proeven, en beloon dat. Een compliment werkt.” Haar belangrijkste tip: maak het gezellig en ontspannen aan tafel. Sfeer is erg belangrijk. Volgens Heleen eten veel kinderen slecht omdat het zo onrustig is aan tafel. De tv staat aan, er gaat een mobiele telefoon, de magnetron bliept, het koffiezetapparaat borrelt, ouders hebben haast of staan vaak op om iets te pakken. Kinderen kunnen zich nog niet zo lang concentreren, ze weten niet hoe alles werkt en wat er gaat gebeuren, ze zijn snel afgeleid. Zo komen ze er niet aan toe om te proeven en te genieten van wat ze eten.

Functioneel kliederen

Volgens Margje Hylkema, diëtiste bij Thuiszorg Zuidwest Friesland, is het de grote kunst om van het eten een feestje te maken. Margje: “Myn pake makke der altyd in skilderij fan op it board. Hy makke fan stamppot in eintsje, dan iet er earst de kop der ôf en dan it sturtsje.” Volgens Margje scheppen ouders hun kind vaak veel te veel op. Haar tip: “Lit se sels opskeppe. Oars griist it de bern oan, sa’n bult iten. En lit se sels ite.” Een kind een klein schoteltje geven, waar hij zelf steeds nieuwe hapjes opschept, is een idee. Dan kan hij scoren: alwéér een bordje leeg! En natuurlijk de aloude truc: ‘Een hapje voor oma, een hapje voor opa’ aan het eind van de maaltijd.

Voeren

Aan voeren kleeft wel een groot risico, waarschuwt Margje. Het werkt eetproblemen in de hand. Natuurlijk vergt het wat van ouders om het geklieder van hun net-niet-meer-baby-peuter zonder ingrijpen aan te zien. Hij begraaft zijn armpjes tot de ellebogen in de broccoli, zijn knuistje knijpt het stukje gehaktbal tot moes, hij stopt het in zijn mond, hij smakt eens kritisch, spuugt het weer uit, stopt het opnieuw in zijn mond, enzovoort. Margje: “Moai grieme litte. Pjutten moatte yn it iten omklauwe. Se ferkenne de wrâld noch foaral op ‘e taast. Se moatte earst fiele oan it iten en dan pas priuwe. De natoer jout har dat yn. Sa kinne se har tonkje net baarne.” Ouders die steeds voeren, lopen het grote risico dat hun kind de onderzoeksfase overslaat. Dan kan het eten problematisch worden. Het kind weigert te eten omdat hij het zich niet eigen heeft kunnen maken en uit natuurlijk zelfbehoud weigert hij alles wat hem vreemd is.

Hulp

Veel ouders roepen pas de hulp in van een pedagoog als ze ten einde raad zijn. Heleen Sieders: “Wij zien ze liever eerder. ’t Helpt echt! We hebben een tevredenheidsscore van 99,9%. Dus ik zou ouders op het hart willen drukken: loop niet te lang alleen te tobben.”

Tips voor als je kind niet wil eten

  • – Dwing je kind niet om te eten en ga geen machtsstrijd aan – Wist u dat het plakje worst bij de slager al voorziet in de dagelijkse vleesbehoefte van het kind? – Wist u dat veel kinderen vaak hun buikje al vol hebben gedronken voor het eten? Geef drinken in kleine bekertjes. – Sla geen maaltijd over. Het helpt een peuter zijn dag in te delen. Eén warme maaltijd per dag moet. – Maak eten leuk. Laat uw kind helpen bij het tafeldekken, worteltjes schrapen, spruitjes pellen etc. – Zet de tv uit. – Bewaar grote-mensen-onderwerpen voor een ander tijdstip. – Zit niet te lang aan tafel. – Een kind houdt van rituelen. Laat hem helpen met het toetje op tafel brengen, kan hij even heen en weer lopen. – Geef een kind een beetje inspraak: welk toetje wordt het? – Als je voert: let goed op dat het kind zelf toehapt. Ga niet proppen.

Uit: Tematydskrift Bern 2003 Tekst: Nynke Bout
Bewerking: Dieuwke van der Meer – Posthumus

BOEKENTIP: VAN GIFBELT NAAR TEMPELKINDEREN

Op de hichte bliuwe fan heit&mem? Meld dy oan:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.