heit&mem

Omdat ik het zeg!

Marguérite van der Linden 27 juni 2016

Soms heb je gewoon geen beter idee dan straf geven. Je hebt je kind al drie keer uitgelegd dat…. Of tig keer gewaarschuwd voor… Je wilt dat je kind leert dat afspraken niet nakomen of gevaarlijk doen consequenties heeft. Want als ze later groot zijn dan moeten ze toch zelfstandig kunnen functioneren, dus dan geef je straf.

Heb je weleens gecheckt voor jezelf of het geholpen heeft? Echt opgelost, zodat je kind het écht nooit meer deed?
Meestal werkt het niet. Bovendien krijg je zelf bij straffen, ik in ieder geval wel, geen prettig gevoel. Het is toch een beetje machtsvertoon in de sfeer van: ‘Jij moet gewoon doen wat ik zeg, want ik ben hier de baas’. Het is vaak impulsief uit boosheid of machteloosheid.

Een kind even apart zetten is een veel gebruikte maatregel; even op de gang, even naar je kamer. Je hebt dan in elk geval de garantie dat het ‘foute gedrag’ (even) ophoudt, omdat je het kind buiten beeld zet. Je zegt tegen je kind; ‘Ga maar even afkoelen’, maar stiekem heb zelf die time-out hard nodig; even tijd om kalm te worden of het gesprek, dat hierna zal volgen, voor te bereiden. Maar toch, een kind wegsturen, ik hou er niet van. Je stuurt jouw hele kind weg en niet alleen dat ene stukje gedrag wat niet door de beugel kan. Bovendien is de oorzaak niet opgelost, dus volgende week gebeurt dit weer.

Kijk eens naar jezelf: Je wéét dat als je te hard rijdt dat je een bekeuring kan krijgen; toch dagen we het uit en remmen we alleen af als er een camera staat… Herkenbaar? En als je dan die prent hebt gekregen ben je toch een beetje geïrriteerd of boos op de politieagent. Huh?

En… ná die bekeuring; rij jij dan nooit meer te hard?
Mmm, ook volwassenen corrigeren hun gedrag dus niet als ze straf krijgen. Misschien dat je een paar dagen, nou vooruit, een wéék rustig rijdt… daarna ben je de boete vergeten.

Het is dus belangrijk je af te vragen als je naar zo’n ultiem middel als ‘straf’ grijpt of het effect heeft. Straf levert vaak een verstoring in de verhouding op; zoals jij boos bent op de agent, zal jouw kind vooral boos zijn op jou en is de aanleiding al gauw vergeten. De discussie die volgt gaat dan vaker over de straf dan over het ‘delict’.
Wraak is een natuurlijkere reactie (ik span een rechtszaak aan!) dan bezinning (wat kan ik anders doen om dit niet meer mee te hoeven maken?). Hoe voelt jouw kind zich als hij straf krijgt? Hoe voelde jij je toen je als kind straf kreeg?

Bovendien is de ‘straf’ is vaak zwaarder dan het ongewenst gedrag anders is het namelijk voor het kind niet aantrekkelijk om te stoppen met ‘stout doen’. Vaak straf uitdelen maakt het er in huis niet gezelliger op en het helpt ook niet eens. Je hoort jezelf schreeuwen; ‘Omdat ik het zeg!!!’ en je voelt dat je geen zinnig argument meer over hebt.

Hoe dan wel?

Als we even de vergelijking met de bekeuring er bij houden; een boete helpt dus niet. Wat zou wel helpen? Een snelheidsbegrenzer lijkt mij een veel logischer straf. Ik zou me wel tien keer bedenken om te hard te rijden als ik het risico loop daarna voor enige tijd bijvoorbeeld niet harder te kunnen dan tachtig per uur. Dat betekent dus als je een straf geeft die in het verlengde ligt van de overtreding dat dat wél motiveert tot gedragsverandering.

Als je bepaald gedrag van je kind niet acceptabel vindt is het belangrijk dat je duidelijk vertelt welk gedrag je afkeurt en waarom: ‘Ik vind het heel vervelend als je mijn schaar leent en niet terug legt waar hij hoort, want als ik hem dan nodig heb grijp ik mis. Als ik hem volgende keer wéér moet zoeken, dan mag je hem niet meer lenen’. Hiermee verbind je een logische consequentie aan ongewenst gedrag en je legt uit welk gedrag je wel verwacht. Je geeft je kind een stuk verantwoordelijkheid om correct om te gaan met geleende spullen.

Jonge kinderen zijn vaak ‘stout’ als gevolg van hun nieuwsgierigheid. Als jij zegt; ‘je mag niet op de bank gaan springen’ roept dat onmiddellijk bij een peuter de vraag op; ‘hoe zou het zijn om op de bank te springen?’. Zoek liever samen een alternatief; leg uit; ‘een bank is om op te zitten, niet om op te springen’ en zoek samen iets waar je wel op kunt springen, zodat jouw kind wel zijn energie kwijt kan.

Bij oudere kinderen kun je samen een lijstje maken van mogelijke oplossingen of consequenties bedenken. Kinderen kunnen vanuit een hele andere invalshoek met creatieve en bruikbare ideeën komen. Als je alle oplossingen die jullie allebei bedacht hebben opschrijft (zonder erover in discussie te gaan) kun je daarna kijken of er iets bij staat wat jullie allebei een geschikte oplossing vinden. Kans van slagen veel groter omdat jouw kind heeft mee mogen denken.

En vergeet niet; kinderen zijn niet ongehoorzaam of stout om jou ongelukkig te maken, vaak is er iets anders aan de hand. Als je in contact blijft zul je de ware reden eerder vinden dan wanneer je de strijd aan bindt.

 

Door: Marguérite van der Linden, 50 jaar waarvan nu 15 in lief en leed met Roel. Valreepmoeder van Sanneke (2005) en Egbert (2006).
Marguérite is kindertolk voor ouders en andere opvoeders vanuit haar bedrijf ‘That’s Why!’.

Op de hichte bliuwe fan heit&mem? Meld dy oan:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Ek ynteressant!