Je kind kan heel goed zelf een oplossing bedenken
Iedere ouder kent dit soort situaties. Hoe kun je hier nu zo mee omgaan, dat de boel niet escaleert? Want iedere ouder wil graag zo weinig mogelijk ruzie, en een goede relatie met het kind.
‘Je wilt graag een snoepje hè?’
‘Als je had gezegd: ‘Je wilt graag een snoepje hè? En toch krijg je dat nu niet want we gaan zo eten, en dan ben ik bang dat je geen trek meer hebt’, was het waarschijnlijk niet uit de hand gelopen’, zegt gordontrainster Mente Kroon uit Sneek. ¨Je benoemt dan de emotie van het kind, dat weet dat er naar hem geluisterd is en het begrijpt waarom het geen snoepje krijgt.¨ Onder de naam Gordontraining Friesland geeft Mente Kroon cursussen voor ouders en andere opvoeders, volgens de visie van Thomas Gordon. Die draait om goed kijken en luisteren naar het kind, en duidelijk communiceren. ’Ouders doen het van nature goed, ze willen het beste voor hun kind. De cursus geeft ze handvaten om er net even anders mee om te gaan.’
Benoem de emotie
Een van de belangrijkste handvaten is het actief luisteren. ’Als je kind boos uit school komt kun je, door het benoemen van de emotie, ‘Ik zie dat je boos bent’, de boosheid laten zakken. Het kind krijgt dan weer ruimte in zijn hoofd om zelf na te denken. Misschien is er wel van alles gebeurd tijdens de dag. Daar kun je het dan rustig over hebben, in plaats van dat je zelf ook geïrriteerd raakt door de boosheid. Kinderen zijn heel vaak zelf in staat een oplossing voor het probleem te bedenken.’
Boosheid als topje van de ijsberg
Het kan ook zijn dat je als ouder een probleem hebt met het gedrag van je kind. Ga dan na waarom dat zo is en leg dat uit aan je kind. Meestal is boosheid namelijk maar het topje van de ijsberg, weet Mente Kroon. ’Daarvoor heb je vaak allemaal andere gevoelens. Bijvoorbeeld angst of ongerustheid. Als je ze dat uitlegt, begrijpen ze dat bijna altijd.’ Ze noemt een voorbeeld uit haar eigen gezin:‘Ik ging wandelen met onze kinderen. De jongste lag toen nog in de kinderwagen en onze tweeling mocht op hun fietsjes. Op de terugweg naar huis gingen ze er samen ineens vandoor. Ik kon er niet zo snel achteraan, dus ik was ontzettend ongerust en bang dat hen iets zou overkomen. Toen we thuiskwamen heb ik gezegd: ‘Wat ben ik blij dat ik jullie zie! Als jullie zó wegfietsen maak ik me grote zorgen of jullie wel heel thuiskomen, want ik kan jullie lopend niet bijhouden en ik kan niet zien of het fietsen goed gaat.’ Even was het stil en toen was het antwoord: ‘We zullen het nooit meer doen mam’. En het is ook nooit weer gebeurd.’
Leestip: Luisteren naar kinderen – Thomas Gordon

Op de hichte bliuwe fan heit&mem? Meld dy oan: