heit&mem

De wereld ging aan je voorbij

Daar zit je met jouw pasgeboren kind in de armen in het ziekenhuis op een stoel in een kleine kamer, terwijl je vrouw op de OK ligt. Het kind dat je een naam hebt gegeven. Het kind waar je een toekomst mee hebt gedroomd. Het kind waar je al zo vaak tegen hebt gepraat toen het nog in de buik zat. Het kind dat niet ademt. Zo volmaakt. Zo mooi. Zo perfect. Vingertjes, teentjes, een gaaf gezichtje. Alleen, zonder hartslag, zonder adem. Stef. Je was er, maar de wereld ging aan je voorbij.

Marieke Vinckers 22 juli 2017

Toegegeven, in een flits van een seconde denk ik bij binnenkomst voor het interview: “Oei, ze hebben de box nog niet opgeruimd.” Maar daar staat Anita ineens voor me, trots en vol liefde, met de kleine Luuk in haar armen. Zeven maanden jong. “Hey jongen”, zegt Marcel, zijn vader. “Heb je alweer gepoept?” Het jongetje lacht. Hij lacht! Pruttelt een geluidje. Krijgt liefdevol een kus van zijn moeder. En daarna duiken we de geschiedenis in. Een verhaal over zijn broertje, dat 2,5 jaar geleden ter wereld kwam, in doodse stilte.

Twee weken voordat Stef geboren zou worden, gaat Marcel Paul van Kooten met zijn partner Anita en zijn kleine meid Lisa naar een pretpark. Volop zomer. Warm. Een heerlijke dag. Ook de kleine in de buik is volop aanwezig. Anita voelt hem voortdurend bewegen. Dan legt ze haar hand op de buik, alsof ze zeggen wil: “Stil maar kleintje.” Lisa heeft het zo naar haar zin dat ze niet mee wil als haar ouders besluiten naar huis te gaan. Er zijn nog suikerspinnen en er is nog zoveel leuks te doen! Maar goed, ze gaan terug en die avond wordt het rustig. Omdat de baby overdag zo druk is geweest, denkt Anita dat hij eindelijk slaapt.

De dag erop staat Marcel in overall buiten het huis te schilderen. Hij is er vroeg uit, want de zomerse hitte vraagt erom voor twaalven klaar te zijn met het schilderwerk. “Ik bel de verloskundige”, zegt Anita als ze beneden komt. “Ik vertrouw het niet.” Nu, ruim twee jaren later, zegt ze: “Je wilt niet meteen in paniek raken, maar ik zag aan het gezicht van de verloskundige dat het niet goed was.”

Koelkast vol hormonen

Lisa is op dat moment vier jaar. Een wonderkind, dat geboren werd na een lang, heel lang traject van kunstmatige inseminatie (IVF/IUI-behandelingen, waarbij het zaad kunstmatig in de baarmoeder wordt gespoten. Uiteindelijk deed het koppel ICSI, waarbij zaad en eicel buiten de baarmoeder bij elkaar worden gebracht en een embryo wordt teruggeplaatst). Jarenlang heeft de koelkast van Marcel en Anita vol gelegen met hormonen, spuiten en pillen. Van een natuurlijke gang van zaken was al lange tijd geen sprake meer. Sinds duidelijk werd dat in het zaad van Marcel te weinig beweging zat, was het een kwestie van de klok in de gaten houden en op dat moment doen wat je te doen stond.

Marcel en Anita kijken elkaar nog eens aan: “De lol was er wel af ja”, beamen ze beiden. Marcel: “Daar ga je weer met je koffertje, waarin de eicellen op lichaamstemperatuur blijven, op weg naar Groningen. Mag je daar in een kamertje zaad produceren, zodat de specialisten het bij elkaar kunnen brengen en het weer terug kunnen plaatsen bij Anita.” Marcel kijkt erbij alsof het een film betreft. Maar hij was hoofdpersonage in die film, samen met zijn partner.

Kleine lieve Lisa

De vreugde is des te groter als uiteindelijk Lisa geboren wordt. Wat een mooi meisje! Het leven krijgt meer kleur. Marcel en Anita genieten van hoe ze opgroeit. En ja, op een gegeven moment komt het gesprek erop dat ze nog wel een tweede willen. En ze weten beiden wat dat impliceert. Opnieuw de medische molen in. Dat wordt wederom geen pretje. Helemaal niet als blijkt dat op een slechte dag bij het ziekenhuis, door een ongelukkige menselijke fout, de eicellen van Anita ontdooid zijn. Weg kansen. Weg hoop. Na zo veel jaren proberen, besluiten ze het even te laten voor wat het is. En ondertussen blijft hun kleine meisje maar vragen: “Wanneer krijg ik een broertje mama?”

Een broertje

En dan is daar dat wonder. Dit keer een wonder van de natuur. Anita blijkt zwanger. Spontaan. De tweede is op komst. De zwangerschap verloopt fantastisch. Anita is gezond, heeft weinig zwangerschapsklachten en heeft veel contact met de baby in haar buik. De baby die ze Stef zullen noemen. Marcel: “Geen moment discussie over gehad. We vonden het een stoere en mooie naam. Eentje die je niet zo vaak hoort ook.”

Aan de dag waarop Stef zo druk was in de buik, denken beide ouders nog vaak terug. En ja, de vraag: ‘Hadden we het kunnen voorkomen?’ heeft veel door hun hoofd gespookt. Vandaar dat ze ook obductie lieten doen nadat Stef dood geboren werd. Ze wilden laten onderzoeken wat de oorzaak van zijn dood was. Waarom? Wat is er misgegaan?

Wel duizend keren hebben ze het woord waarom in gedachten gehoord. Het bleek een zeldzame ziekte in de placenta te zijn. “Niet dat we daarmee Stef terugkrijgen, maar ergens gaf het ons toch ook rust.” De dag waarop Stef zo druk was in de buik, kreeg hij geen voeding en zuurstof meer. Hij was in paniek geraakt. Dat bleek ook uit de hoeveelheid poep die in het vruchtwater zat. Vlak na de geboorte moest de placenta bij Anita operatief verwijderd worden. En daar zat Marcel, een moment daarvoor had zijn mannetje gewassen en kleertjes aangedaan, met zijn compleet gave kind in de armen. “Ik krijg het er nog koud van als ik eraan terugdenk.”  

In het ziekenhuis kijken Marcel en Anita elkaar alleen maar vol ongeloof aan, als ze het bericht van de gynaecoloog krijgen. Verbijsterd zijn ze. De zwangerschap is volledig probleemloos verlopen. En nu is het stil. Hoe moeten ze dit Lisa vertellen? Het meisje dat al een half jaar lang op school vertelt dat ze een broertje krijgt? “Het is een geluk dat Lisa er was”, vertelt Marcel. “Kinderen zijn zo eerlijk, zo wijs in hun onschuld. We hebben haar helemaal betrokken bij de situatie. Dat hadden we in het ziekenhuis zo besproken. We zouden niet zeggen dat Stef slaapt of zo, nee, Stef is dood. Stef komt niet meer terug.”

Samen bereiden ze het afscheid voor. Ook Lisa kiest een liedje uit: ‘Zo gaat de molen’. Ondertussen lezen de ouders op aanraden van de uitvaartorganisatie het boekje ‘Merijntje Muis neemt afscheid’, van Ellen Heutink. Een boekje met eenvoudige teksten en met plaatjes die het kind kan inkleuren. Het geeft Lisa de mogelijkheid vragen stellen. Er is openheid. In het crematorium klinkt tijdens het afscheid: ‘Kraters op de maan’, van Benny Neijman.

 

‘Zie jij hetzelfde, dezelfde sterren

Zie jij dezelfde heldere kraters op de maan

Ik zie hetzelfde, maar in hoe verre

Mis jij mij net zoveel als ik dat heb gedaan’

 

Anita wordt opgevangen op haar werk. Ze praat met vriendinnen, haar zus, haar ouders. Ze komt moeders tegen op school, die weten dat ze een maand daarvoor nog een kindje droeg. Vrouwen onder elkaar, ze troosten, ze delen leed. Hoe is dat voor een man? Hoe is dat voor een vrachtwagenchauffeur die in de kantine zijn collega’s ontmoet, mannen die weten dat in Marcels gezin de tweede op komst was? “Ik kon mijn verhaal niet kwijt. Er werd ook niet naar gevraagd”, vertelt Marcel, zichtbaar teleurgesteld. “Daarom besloot ik op een goed moment de pen te pakken. Ik had het zó nodig om alles van mij af te schrijven” en hij kijkt naar Stef, naar de foto van hem die op het dressoir in de woonkamer staat.

 

Kun je het gordijn nog even opendoen mama?

Kijk, daar, die ster, dat is Stef.

 

Dagen en weken achtereen schrijft hij. Op het dashboard van zijn vrachtwagen ligt zijn schrijfblok. Elke vrije minuut tekent hij daarin herinneringen op. Van het moment dat hij en Anita begonnen met het medische traject tot aan de periode rondom en na het overlijden van Stef. “Het medische traject nam ik mee in mijn verhaal, om dat stuk te delen met andere mensen. Er zijn zoveel stellen die op deze manier proberen zwanger te worden en dat is echt geen pretje. Ik wilde het taboe doorbreken.”

Zo ervaart hij ook dat over de dood van een kind een stilzwijgende afspraak bestaat om daar vooral niet over te praten. In ieder geval heeft Marcel dat zelf op die manier ervaren. “Je kunt er niet over praten”, en dat valt hem tot op de dag van vandaag tegen. Er wordt over het algemeen vaak niet over gesproken, omdat mensen het een gevoelig onderwerp vinden en er liever niet over praten. “De enige die er echt open over is, dat is onze Lisa. Die kan op elk onverwacht moment iets zeggen over Stef. Dan brengen we haar naar bed, zegt ze ineens: “Kun je het gordijn nog even opendoen mama? Kijk, daar, die ster, dat is Stef.” En daarna slaapt ze met hetzelfde gemak in.

Als Anita zwanger is van de derde, wederom spontaan, is Lisa dan ook de eerste die vraagt wat iedereen misschien wel denkt: “Gaat deze dan niet dood?” Als Luuk geboren wordt, noemt ze hem ook dikwijls Stef. Marcel geeft toe: “Daar heb ik mijzelf ook wel eens op betrapt, maar ik vind dat mooi. Het betekent dat hij nog steeds in mijn gedachten is.” Luuk zit in zijn wipstoel en zuigt aan een klein koekje. Op dat moment komt zijn grote zus binnen. Die pakt een stapeltje papiertjes en laat ze zien: “Kijk! Dit heb ik gemaakt!” Ze toont een afstandsbediening waarop de afkorting van channel staat. “En dit zijn drie biggetjes, zie je?” Zie jij hetzelfde? Ik zie Lisa, Stef en Luuk.

 

 

Het boek ‘Geen hartslag meer‘ van Marcel Paul van Kooten is hier verkrijgbaar.

 

 

 

Op de hichte bliuwe fan heit&mem? Meld dy oan:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.